Café-opstelling: Tafeltje met twee stoelen, daaronder een vloerkleed. Ernaast een plant. Wereldbolbar. Piano. Bier op tafel
Uschi zit aan tafel, zonder masker, te schrijven. Aletta komt binnen. Heeft haar zilveren masker op.

Uschi is gericht naar de lege stoel en zet het masker met pluimen op.

Aletta: Aangenaam, ik ben Aletta. Kijk niet naar mij.

Aletta gaat zitten met haar gezicht naar het publiek. Uschi doet schrift dicht en legt pen neer.

Uschi: Fijn je te ontmoeten, ik ben Uschi, kijk naar mij.

Aletta:

Uschi blijft kijken naar Aletta

Uschi: Ik ben schrijver. Ik schrijf.

Aletta: Ik ben een beeldend kunstenaar. Ik beeld.

Uschi: En nu wij samen.

Aletta: tja…

Uschi drinkt van haar bier

Uschi: Morgen is het al zover.

Aletta: tja…

Uschi: 24 uur. Dat is kort.

Aletta: En lang.

Uschi drinkt van haar bier.

Uschi: Voor 5 minuten op het podium. Dat is kort.

Aletta: En lang.

Uschi: Er zullen wel wat mensen zijn. Het publiek bedoel ik.

Aletta: Ik ben niet bang van jou! (te hard)

Uschi: Mmmh. Lees ik je voor? Ik zal je voorlezen.

Aletta:

Uschi staat op en laat haar masker vallen en declameert naar het publiek:

Uschi:

Avondval

de avond is gewichtloos gevallen

zo verglijden dunne uren tussen ons

als een eeuwige gletsjer, traag wellustig

en vol luie wensen

je bent in me maar zoveel meer dan je denkt

ben je over mij

al mijn vezels in één

noot die ’k niet meer durf aan te slaan

een vibratie over Leeuwardse daken

zend je naar al die ongelovigen

en ze bibberen

in hun huid zo alleen

Aletta is intussen recht gaan staan en laat haar masker zakken

maar niet allener

dan wij hier

met z’n twee.

Uschi gaat zitten en zet haar masker weer op

Uschi: Mmmh. Nu weet je alles van mij.

Aletta: Over zaken die wij niet kennen, zijn wij dikwijls aangewezen op het oordeel van anderen, die die zaken eigenlijk ook niet kennen. Niet echt.

Aletta gaat weer zitten en zet haar kleine verenmaskertje op. Ze kijkt naar Uschi

Aletta: Ik heb een geheim.

Uschi: Nu weet jij alles van mij.

Uschi draait zich om naar het publiek.

Aletta: Als ik alleen ben dan tel ik op mijn vingers de dagen en de uren en de minuten dat ik alleen ben geweest. Ik teken ze, die momenten, seconden, minuten, jaren. Ze zijn mooi, die eenzame tijd is mooi. Aletta laat haar masker zakken. Nu weet je alles van mij.

Uschi draait zich terug om naar Aletta en Uschi laat haar masker traag zakken. Uschi zet haar masker af.

Uschi: Nu weet ik alles van jou.

Keer hier terug naar alle resultaten van het BCC-project.